Er blijken grote verschillen tussen het overrendement dat Nederlandse pensioenfondsen hebben behaald. Passen deze verschillen bij het verschil in risicohouding van de deelnemers of is hier meer aan de hand? In deze analyse corrigeren we het behaalde overrendement voor het genomen risico. Het voor risico gecorrigeerde overrendement maakt een onderlinge vergelijking van pensioenfondsen mogelijk.
Inleiding
In deel 2, “Overrendement bij het pensioenfonds” werden de cijfers van de individuele pensioenfondsen geanalyseerd. Hieruit bleken grote verschillen tussen de pensioenfondsen. Over de periode vanaf begin 2007 varieerde het gemiddelde jaarlijkse overrendement van -2,8% tot +2,4%. Over de periode sinds begin 2017 was het verschil nog groter, met een minimum overrendement van -0,1% en een maximum van 8,4%. In dit laatste deel wordt aangegeven hoe deze onderlinge verschillen beoordeeld kunnen worden.
Risicoprofiel
Het beleggingsbeleid van het pensioenfonds moet een reflectie zijn van het risicoprofiel van de deelnemers van het pensioenfonds. Dit risicoprofiel geeft weer in welke mate het pensioenfonds gevoelig wil zijn voor fluctuaties in de dekkingsgraad. Een fonds met vooral oudere deelnemers zal veelal kiezen voor een lager risicoprofiel dan een fonds met vooral jongere deelnemers. Ook kan het zo zijn dat deelnemers van het ene pensioenfonds een hogere risicobereidheid hebben dan deelnemers van een ander pensioenfonds, ongeacht de leeftijd van de deelnemers.
Vooruitkijkend is het vereist eigen vermogen (VEV) een maatstaf voor het risico dat een pensioenfonds neemt. Op basis van verschillende categorieën risico’s wordt een totaal risicogetal bepaald, de dekkingsgraad waarbij er 2,5% kans is dat het pensioenfonds in financiële problemen komt.
Terugkijkend kan vastgesteld worden welk risico het pensioenfonds daadwerkelijk genomen heeft. Daarvoor kan het jaarlijkse gerealiseerde rendement vergeleken worden met het rendement dat zou zijn behaald met een risicovrije belegging, het jaarlijkse overrendement. Voor de gekozen periode ontstaat zo een reeks van jaarlijkse verschillen. De standaarddeviatie van deze reeks is een maatstaf voor het risico dat genomen is. Vervolgens kan het gemiddeld behaalde overrendement afgezet worden tegen dit risico. Op die manier krijgen we een voor risico gecorrigeerd rendementscijfer. Op basis van dit cijfer kunnen de resultaten van verschillende pensioenfondsen onderling vergeleken worden.
Analyse individuele pensioenfondsen 2007 t/m 2022Q3
Als we allereerst kijken naar de periode van begin 2007 t/m 2022 Q3 dan ziet de verhouding tussen het overrendement en het risico er als volgt uit. Hierbij staat elke stip voor een pensioenfonds.
Zoals we in deel 2 al zagen zijn er grote verschillen tussen het gerealiseerde overrendement. Uit bovenstaande figuur blijkt dat er weinig verband lijkt te zijn tussen het gerealiseerde overrendement en het risico dat genomen is. Bij een verticale vergelijking wordt duidelijk dat bij een gelijk risico sterk verschillende overrendementen worden behaald. Een horizontale vergelijking laat zien dat voor gelijke overrendementen sterk verschillende risico’s zijn genomen.
Om nu de prestaties onderling goed te kunnen vergelijken wordt het behaalde overrendement gedeeld door het genomen risico. Het resultaat is een voor risico gecorrigeerd rendement, ook wel informatie ratio* genoemd. De samenvattende gegevens voor de informatie ratio staan in onderstaande tabel.
*of sharpe ratio, omdat het rendement wordt afgezet tegen het risicovrije rendement.
Analyse individuele pensioenfondsen 2017 t/m 2022Q3
Dezelfde analyse kunnen we ook doen voor de periode sinds 2017.
In deel 2 bleek al dat over de periode sinds 2017 vrijwel alle pensioenfondsen een positief overrendement behaalden. In de figuur zien we voor deze periode een duidelijk verband tussen het gerealiseerde overrendement en het genomen risico. Tegelijk zien we dat er net als in de periode vanaf 2007 zowel horizontaal (hetzelfde overrendement bij verschillend risico) en verticaal (verschillend overrendement bij hetzelfde risico) grote verschillen zijn. Dit zien we ook weergegeven in de informatie ratio (overrendement gedeeld door risico).
Een pensioenfonds zal altijd op zoek zijn naar de optimale verhouding tussen overrendement en risico. De informatie ratio van een pensioenfonds is een objectieve maatstaf om te bepalen of een pensioenfonds in deze doelstelling geslaagd is.
Conclusies
Welke conclusies kunnen we trekken uit de verschillende analyses:
- sinds 2007 is er sprake van een beperkt gerealiseerd overrendement door het totaal van alle pensioenfondsen. Deze periode werd gekenmerkt door een sterk gedaalde rente en daarmee sterk positieve rendementen op een risicovrije belegging. In de recente periode van stijgende rentes zijn pensioenfondsen beter in staat gebleken overrendement te realiseren;
- de verschillen in gerealiseerd overrendement tussen individuele pensioenfondsen zijn groot;
- ook wanneer wordt gecorrigeerd voor het genomen risico blijven er grote verschillen in de prestaties van individuele pensioenfondsen.
Ranglijst
OverRendement maakt de prestaties van Nederlandse pensioenfondsen inzichtelijk. Met de analyses van OverRendement kan bepaald worden in hoeverre pensioenfondsen beloond zijn voor het risico dat ze hebben genomen. Door prestaties onderling te vergelijken wordt gecorrigeerd voor periodes waarin het eenvoudiger of juist moeilijker was om overrendement te behalen. Met het combineren van prestaties over verschillende perioden kan meer nadruk worden gelegd op de meest recente periode. Dat is voor het zittende bestuur de periode waarop ze de meeste invloed hebben gehad. Tegelijk mogen de lange termijn resultaten niet ontbreken, dat is voor de meeste deelnemers vooral relevant. Door verschillende perioden te combineren resulteert een objectieve ranglijst van de beleggingsprestaties van de pensioenfondsen. Het succes van een pensioenfonds is in belangrijke mate afhankelijk van deze beleggingsprestaties. Daarmee vormt de ranglijst van OverRendement een onmisbare bron van informatie voor de evaluatie van het gevoerde beleid. Het is dé ranglijst waarop een pensioenfonds een zo hoog mogelijke positie zou moeten nastreven. Bekijk hier de ranglijst van 2021.